Iedereen die code schrijft, kent dat gevoel : je zit midden in een flow, typt als een gek, en dan… bam. De editor doet traag, autocomplete hapert, of je plugin crasht. Frustrerend, toch ? En dat brengt ons bij de eeuwige vraag : moet je met VS Code werken of met een JetBrains IDE zoals IntelliJ, PyCharm of WebStorm ? Persoonlijk heb ik beide gebruikt, en geloof me, het verschil voel je echt na een paar weken intensief werken.
Ik herinner me nog toen ik voor het eerst overstapte van Sublime naar VS Code – het voelde alsof ik in een Tesla stapte na jaren met een oude Golf te rijden. Licht, snel, open-source. En ja, gratis. Dat laatste telt, zeker als je student bent of net begint in de dev-wereld. (Overigens, als je op zoek bent naar een eerste job als developer, check dan eens https://jobs-informatique.com – daar vind je echt concrete aanbiedingen in tech.)
VS Code : licht, flexibel en oneindig uitbreidbaar
Laten we beginnen met Visual Studio Code, het speeltje van Microsoft. Het is gratis, open-source en draait zowat op alles – Windows, macOS, Linux. Wat ik er het meest aan waardeer ? De extensies. Er is letterlijk voor alles een plugin : linting, debugging, Docker, Git, AI-assistants, noem maar op.
Eén klein voorbeeld : ik werk vaak aan JavaScript-projecten met React. Met VS Code kan ik binnen vijf minuten een setup hebben met ESLint, Prettier, GitLens en de Tailwind CSS IntelliSense plugin. Klaar. Alles voelt vlot en licht.
Maar… (ja, er is een maar), naarmate je project groeit, merk je dat VS Code niet alles vanzelf doet. Soms moet je zelf een halve middag besteden om je build-tooling of formatter goed te krijgen. En debugging ? Werkt goed, maar niet zo “plug and play” als bij JetBrains.
JetBrains : zwaarder, slimmer, maar ook duurder
JetBrains is een ander beest. IntelliJ IDEA, WebStorm, PyCharm… ze zijn allemaal gebaseerd op dezelfde krachtige engine. Zodra je er eentje opent, merk je het verschil. Code completion is scarily good. De refactoring-tools ? Pure magie. En het gevoel dat het programma “je code begrijpt” – dat doet VS Code (nog) niet op dat niveau.
Ik gebruik PyCharm voor Python-projecten en geloof me, het is alsof je met een copiloot werkt die je code checkt nog vóór je op “Run” drukt. De geïntegreerde tools – test runners, version control, virtual environments – zitten er allemaal al in.
Maar ja, het kost geld. Een licentie voor JetBrains-producten is niet goedkoop, vooral niet als je meerdere talen gebruikt. En het kan zwaar aanvoelen : op een laptop met 8 GB RAM hoor je soms de ventilator opstijgen als een drone.
Dus… welke kies je ?
Eerlijk ? Het hangt af van hoe je werkt. Als je graag zelf je tools samenstelt, plugins uitprobeert en houdt van een lichte setup, dan is VS Code je beste vriend.
Maar als je liever alles in één geïntegreerde, krachtige omgeving hebt waar je gewoon kan beginnen typen zonder nadenken over configuratie, dan is JetBrains de betere keuze.
Misschien helpt dit als vuistregel :
- Beginner of front-end dev ? → VS Code
- Professionele back-end of enterprise projecten ? → JetBrains
Persoonlijk gebruik ik beide : VS Code op mijn laptop als ik onderweg ben, JetBrains op mijn desktop voor de “serieuze” dagen. En soms, heel soms, mis ik de eenvoud van een lege editor zonder honderden features. Maar hé, snelheid is ook een gevoel.
Conclusie
Er is geen winnaar in deze vergelijking – alleen de tool die het beste bij jouw manier van werken past. Test ze allebei, speel ermee, en kijk wat jouw flow niet breekt. Want uiteindelijk gaat het daarover : blijven coderen zonder te vloeken op je tools.
En als je de juiste setup hebt gevonden ? Dan voel je het meteen. Je typt, alles klopt, de code stroomt. En dat is misschien wel het mooiste gevoel in ons vak.
